2 Amerikaanse Crises; een profielwerkstuk VWO6

Wat is laagconjunctuur?

27-10-2013 09:55

Een periode van laagconjunctuur noemen we ook wel een recessie. Dit betekent simpelweg dat de economische groei minder is dan gemiddeld. Als mensen bang zijn voor een recessie, zal er ook een periode van recessie volgen. Het is een voorbeeld van een selffulfilling prophecy. Mensen kunnen bang zijn voor een recessie, omdat er bijvoorbeeld voorspellingen zijn gepubliceerd over een mogelijk komende recessie. Als mensen denken dat er een recessie gaat komen, zijn ze bang dat ze minder kunnen gaan kopen. Ze zijn hier bang voor omdat ze in tijden van recessie niet zeker zijn van hun baan. Deze onzekerheid betekent een afname van het consumentenvertrouwen. Het consumentenvertrouwen is de mate waarin consumenten vertrouwen in de economie. Als zij weinig vertrouwen hebben in de huidige economische situatie zullen zij minder grote aankopen doen. Ze besparen liever geld door minder te gaan besteden. Als consumenten minder consumeren betekent dit een afname van de effectieve vraag. De effectieve vraag bestaat uit de consumerende gezinnen (C), de bedrijfsinvesteringen (I), de overheidsbestedingen (O) en de export (E). Hier halen we dan de import (M) vanaf (EV=C+I+O+E-M). Als C gaat dalen, zal de vraag ook vanzelf gaat dalen. Als de effectieve vraag kleiner is dan de productiecapaciteit, het totale aanbod, ontstaat er een periode van laagconjunctuur. Een periode van laagconjunctuur houdt in dat er meer aanbod is dan vraag. Als er meer aanbod is dan vraag, betekent dit dat er meer producten gemaakt worden dan mensen willen kopen. Er is dan sprake van een aanbodoverschot, dit noemen we ook wel een vraagtekort. Door dit aanbodoverschot/vraagtekort worden er minder producten verkocht dan de producent in eerste instantie zou willen. De prijzen gaan dalen, omdat het overschot aan producten verkocht moet worden. Consumenten kopen de producten niet tegen de huidige prijs, dus hoopt de producent dat de consument zijn overschot aan producten wel wil kopen als de prijs lager ligt. De producent heeft al een overschot en produceert dus minder. Hij verkoopt zijn overschot met verlies en verdient dus ook minder geld. Er moeten dan werknemers ontslagen worden, omdat deze niet meer nodig zijn. Er wordt immers minder geproduceerd, dus is er dus minder arbeid nodig. Deze vorm van werkloosheid noemen we conjuncturele werkloosheid. De werklozen kunnen met een uitkering nog minder producten kopen en hiermee wordt de neergaande beweging van de conjunctuurgolf versterkt. Wanneer een periode van laagconjunctuur langdurig aanhoud spreken we van een depressie. Een depressie is een verergerde vorm van een recessie. Een depressie duurt langer dan een recessie en kent grotere dalen dan een recessie. In een recessie daalt het bruto nationaal product van een land twee of meer kwartalen achter elkaar en als deze daling sterker is en voor heel lange tijd aanhoudt wordt het een depressie genoemd.